NS-machinist Robbert leidt nieuwe machinisten op

donderdag 8 februari 2024

Robbert van Pelt

Robbert van Pelt (32) stapte in 2017 over van het onderwijs naar het ov. Inmiddels is de machinist ook mentor en leidt een nieuwe lichting machinisten op. “De brug slaan tussen theorie en praktijk vind ik heel mooi.”


Dit artikel komt uit OV-Magazine 4/2023: Vakkennis. Neem ook een abonnement en lees alle artikelen ook online in onze digitale bibliotheek!


“Nadat ik mijn Havo afrondde wilde ik graag machinist worden. Mede op aanraden van mijn ouders ging ik eerst de lerarenopleiding doen en daarna lesgeven in het basisonderwijs. Vanwege de bureaucratie haalde ik daar weinig energie uit en meldde me alsnog aan bij NS. Vaak hoor je dat Hbo’ers overgekwalificeerd zijn voor dit werk, maar de recruitment-afdeling van NS zei dat het gaat om de persoon achter het diploma: als je maar passie hebt.”

“Wat ik het leukste vind van het werk, is het grote verantwoordelijkheidsgevoel en het constant veranderende uitzicht, want je bent altijd onderweg. Je moet bedenken hoe je omgaat met situaties, zoals vertragingen, of waar je een stukje extra service kunt bieden. Eigenlijk moet je continu het beste uit jezelf halen. Sinds mei 2021 ben ik ook mentor-machinist. Dat is een mooie verrijking van het vak.”

Studenten opleiden

“In 2020 werd ik gevraagd of ik machinisten wilde opleiden op het ROC van Amsterdam. Vanwege mijn onderwijsachtergrond leek dat me wel wat. De studenten krijgen een stageplaats bij NS en als ze de opleiding goed afronden en er plek is op hun voorkeurslocatie, kunnen ze meteen beginnen. Een mooie manier om Mbo-opleidingen in een positief daglicht te zetten en nieuwe machinisten binnen te halen. De laatste wervingscijfers laten zien dat het aantal machinisten weer toeneemt, hoewel er nog steeds een tekort is.”

“Twee oud-studenten uit Noord-Nederland werken inmiddels bij Arriva, want daar rijden wij niet. Het lijkt me mooi als de vervoerders en ROC’s onderling meer machinisten kunnen uitwisselen om het vak nog aantrekkelijker te maken. Arriva werkt bijvoorbeeld samen met het ROC van Twente. Via interne opleidingen komen zij-instromers binnen die al wat werkervaring hebben zoals ik, en via de ROC’s komen starters binnen. Dat zijn twee diverse doelgroepen en opent het beroep voor een grote groep mensen.”

Imagokwestie

“Het imago van machinist verandert ook wel. In mijn opleidingsgroep dacht men destijds dat het supertechnisch zou zijn, maar je hoeft geen enorme techneut te zijn die zelf storingen oplost en weet hoe de machinekamer werkt. Je moet wel weten met welk materieel je werkt, maar het is niet alleen voor hardcore techneuten.”

“Mensen vragen me vaak of ik weleens een aanrijding heb gehad. Ik heb het in zes jaar tijd nog niet meegemaakt en weet zeker dat áls het gebeurt de opvang en nazorg goed zijn. Machinisten praten onderling erover en er heerst een open cultuur. Ik ben ook niet bang dat het gebeurt: als je angstig bent, houdt dat je tegen. Terwijl het zo’n mooie baan is. Op Instagram promoot ik het vak ook en dat wordt gewaardeerd – ook het NS-management volgt me.”

“Ik moet nog ruim 37 jaar werken, maar ik zie mijn toekomst wel blauwgeel voor me. Bij NS staan deuren om nieuwe dingen te doen altijd op een kiertje. Je moet ze alleen zelf opendoen. Op het ROC leer ik studenten vooral theorie, bij NS leer ik machinisten de praktijk en daarnaast rijd ik zelf ook. Dat is een mooie combinatie. Daar wil ik van blijven genieten.”