Inventief, niet innovatief

dinsdag 13 juni 2023

Onlangs was ik in Parijs voor een congres en voor mijn ontbijt koos ik een prachtig industrieel-erfgoed-achtig cafétje in het 10e arrondissement. Terwijl ik mezelf in stilte feliciteerde met deze prachtige winterochtend in een geweldige setting, viel het me op dat mijn ober naar buiten liep. Lichtelijk verbaasd keek ik wat hij ging doen. Een paar minuutjes later kwam hij terug met verse croissantjes van de bakker. Gewoon een stuk of vijf. Die gaan nog wel op dacht ik nog. Maar ja, zo nodig loopt hij gewoon nog een keer. Dat is nog eens milieuvriendelijke stadslogistiek. 

Maar natuurlijk geen innovatie. Sterker nog, dit deden de Fransen in de Middeleeuwen ook al. En wie weet hoe ver daarvoor. Geen idee wanneer de croissant is uitgevonden. De eerste de beste herberg die ze verkocht bakte ze misschien ook niet zelf. Nee, geen innovatie, maar wel inventief. Zoek maar op. Dan vind u synoniemen als creatief, vindingrijk, probleemoplossend. En weet u, in toenemende mate begin ik te geloven dat we misschien meer behoefte hebben aan inventies dan aan innovaties.  

Innoveren komt van het Latijn in- (naar binnen gericht) en novus, wat nieuw betekent. In de Middeleeuwen werd het in juridische teksten uitgelegd als ‘iets nieuws introduceren in een gevestigd iets’. Dat was voor koning Edward VI van Engeland in 1548 voldoende om alle vormen van innovatie te verbieden. Met name, uiteraard, als er gewoonten van de kerk werden veranderd.  

Ik kan niet zeggen dat ik dat nou zo’n goed idee vind, innovatie verbieden. Maar het is wel de vraag of dat we altijd per definitie iets nieuws nodig hebben om te veranderen. Misschien moeten we gewoon beter omgaan met wat er al is. De komst van de ChatGPT en andere vormen van kunstmatige intelligentie zetten de discussie op scherp. Moeten we koste wat kost innoveren? Dingen gewoon maken, omdat het kan? Zonder vooraf over toepassingen of maatschappelijke gevolgen na te denken?  

Die discussie is niet nieuw. Wat wel anders is, is dat we nu weten dat er urgentere vraagstukken zijn die veel baat zouden hebben bij de inventiviteit van de knappe koppen die deze algoritmen ontwikkeld hebben. Want zeg nou zelf, wat schiet de wereld er uiteindelijk mee op als deze column toch niet door mijzelf geschreven is? 

In het Parool las ik over bepalende momenten in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Als voorbeeld werd de weerbaarheid van het Oekraïense leger genoemd. Zo bleken ze met verstand van ict de geleverde pantserhouwitsers zelf van serieuze upgrades te kunnen voorzien. Ze pasten gewoon de software aan, waardoor sneller gevuurd kon worden. Geen innovatie, wel inventief. De mensheid is vaker vindingrijk als het gaat om leven, dood en het beschermen van degenen waar je van houdt. 

Innovatie daarentegen lijkt de constante zoektocht te zijn geworden naar economisch gewin. Meer geld verdienen dan je concurrenten. En, zo weten we nu: dat is het oude denken. Een nieuwe gezonde samenleving bouw je door waarde anders te bepalen. Door dat wat er is beter te benutten. Met vindingrijkheid en creativiteit waarde toevoegen. Omvormen, demonteren, opnieuw bouwen. 
 
Anders denken begint met kleine stapjes. Zo ben ik zelf trots op het feit dat ik ontdekt heb dat ik een warmhoudrooster prima kan gebruiken als afdruiprek als ik er even een theedoek onder leg. Scheelt toch weer veel plastic, wat ik anders had moeten aanschaffen voor die vijf keer in het jaar dat we alle gebaksschoteltjes in een keer gebruiken. Begin klein mensen, begin klein.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in OV-Magazine 1/2023. Wilt u OV-Magazine voortaan op papier of digitaal ontvangen? Neem dan een abonnement.