De provincies en de vervoerregio’s hebben een sleutelrol bij het slimmer en samenhangender organiseren van publieke mobiliteit. In deze bestuurslaag zit de kennis en de schaalgrootte om het initiatief hiervoor te nemen. Rogier Busscher is bij Keypoint werkzaam als expert vervoerkundige aspecten bij het ontwerpen van bus- en tramlijnen. In het verlengde daarvan houdt hij zich ook bezig met publieke mobiliteit. Vanuit die laatste betrokkenheid pleit hij ervoor om de provincies de rol van ‘aanjager’ bij het organiseren hiervan te geven.
Provincies moeten rol als aanjager publieke mobiliteit pakken

Foto: Shutterstock
Het is voor iedereen die zich met mobiliteitskwesties bezighoudt duidelijk dat de mobiliteitsopgaven steeds complexer worden. Enerzijds staat de bereikbaarheid van stedelijke gebieden onder druk, anderzijds is het de vraag hoe de bereikbaarheid van de stillere regio’s – het landelijk gebied – met een dalend aantal reizigers en stijgende kosten op peil kan worden gehouden. Dat laatste kan alleen door het slim en samenhangend organiseren van publieke mobiliteit.
De provincies hebben in dat proces een cruciale rol als regisseur en aanjager, stelt Busscher. “Provincies moeten vanuit de rol die ze nu voor het ov hebben een stap naar voren zetten en integraal kijken naar doelgroepenvervoer door samen met gemeenten na te denken over vormen van deelmobiliteit. De provincie kan vanuit haar positie als ov-regisseur kijken naar reizigersstromen en de relaties hierin: wat kan er in het ov veranderen zodat dit een deel van het doelgroepenvervoer kan overnemen? En als er dan toch een speciaal busje nodig blijft, waarom zou u dan niet als extra ook ‘gewone’ reizigers meenemen? Daar wordt al lang over gepraat en zover zijn we nog niet, maar daar moeten we echt heen.”
Stap naar voren
Er zijn ontwikkelingen op dit gebied. “Overijssel doet dit al heel actief, daar is echt een stap naar voren gezet om deelmobiliteit een plek te geven in het ov. De provincie heeft gemeenten bij elkaar gehaald om hier samen naar te kijken. Het resultaat is dat een aantal gemeenten in het noorden van de provincie nu hun doelgroepenvervoer gezamenlijk als één pakket aanbesteedt. Als Overijssel als ‘early adopter’ succes hiermee heeft, komen we verder.” Ook in Zeeland is de politiek hier al ver mee. Daar wordt in het nieuwe vervoerconcept in de woorden van gedeputeerde Van der Maas ‘alles wat wielen heeft’ gebruikt.
Busscher benadrukt dat gemeenten en provincies elkaar nodig hebben om tot werkbare oplossingen te komen. Gemeenten kennen immers de lokale vraag en kunnen goed inspelen op sociale en maatschappelijke behoeften, terwijl provincies overzicht hebben over het regionale netwerk en de concessies. “Door actief samen op te trekken kunnen vraagstukken over bereikbaarheid, leefbaarheid en inclusie beter worden aangepakt.”
Een voorbeeld van zo’n samenwerking is te zien bij het ‘strekken’ van streekbuslijnen. Busscher: “Dat werkt heel goed, de verbindingen worden sneller en trekken meer reizigers, maar het maakt ook een alternatief aanbod naar de dorpskernen met deelmobiliteit, flexsystemen of vrijwilligersvervoer noodzakelijk. De vorm die u kiest is een puzzel die gemeenten en provincie alleen samen kunnen leggen. U moet zo’n mobiliteitssysteem goed opzetten en ook zorgen dat het echt goed werkt om zo vertrouwen bij de gebruikers op te bouwen. Een belbusje dat één keer niet komt is funest.”
Bredere ontwikkeling
Het is ook van belang vervoer niet alleen als technische opgave te bekijken, maar als onderdeel van bredere regionale ontwikkeling: kijk naar woningbouw, zorg of economische ontwikkeling. “De provincie kan ook verbanden leggen tussen ruimtelijke ordening en ov. Waar gaan mensen wonen als ze niet meer thuis kunnen blijven? Ook dan kunt u vervoersstromen proberen te bundelen. Nu rijden er, een beetje overdreven gezegd, tien busjes met elk één oudere naar de bingo.”
De provincie is bij uitstek geschikt om hierin het initiatief te nemen. Niet door af te wachten tot gemeenten met ideeën komen, maar door actief het gesprek aan te gaan, kaders te stellen en partijen bij elkaar te brengen, stelt Busscher. Dat kan door het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op publieke mobiliteit of door het aanbieden van ondersteunende tools om lokale en regionale mobiliteitsbehoeften beter te analyseren “De provincies zijn bij uitstek geschikt als aanjager, omdat zij kennis hebben over het ov en deelmobiliteit. Vanwege hun verantwoordelijkheid voor het ov zijn ze sowieso een belangrijke speler. Bovendien hebben de provinciale organisaties voldoende schaalgrootte om dit te doen; in kleinere gemeenten is er vaak maar één persoon die zich hiermee bezighoudt.”
Financiering
Bij een andere aanpak komt al gauw de vraag op: hoe organiseren we de financiering? Nieuwe vormen van mobiliteit, zoals deelvervoer of flexsystemen, zijn vaak technisch goed uitvoerbaar, maar missen soms structurele financiële onderbouwing. Vrijwilligersinitiatieven of sociale vervoersdiensten zijn van groot belang, maar zijn afhankelijk van versnipperde en tijdelijke geldstromen. Ook worden verschillende vervoerssystemen gefinancierd uit verschillende ‘potjes’ die vaak erg verkokerd zijn. Busscher: “Maak inzichtelijk waar het geld zit – zowel bij gemeenten als bij provincies – en kijk hoe dat slimmer en effectiever kan worden ingezet voor publieke mobiliteit. Het klinkt logisch om de verschillende potten met geld samen te voegen, maar dat lijkt me op dit moment nog een stap te ver. Wanneer de provincie of de vervoerregio haar rol als aanjager pakt, dan is dat al goed voor de integraliteit. Het is niet erg als die integraliteit vervolgens vanuit verschillende potten wordt betaald.”
Maatwerk en lokaal initiatief
Belangrijk is dat er ruimte blijft voor lokale invulling en initiatief. Wat werkt in Utrecht is niet automatisch ook toepasbaar in Meppel. Daarom is het van belang dat gemeenten hun rol blijven pakken, maar binnen een regionaal kader met afspraken over kwaliteit, bereikbaarheid en doelgroepen. De provincie kan daarbij zorgen voor de samenhang, het tempo en de verbinding met andere beleidsvelden.
Busscher ziet dat we nog maar aan het begin staan van een meer geïntegreerde benadering van publieke mobiliteit. Er is tijd, geld en vertrouwen nodig om tot duurzame oplossingen te komen. Dat vraagt om overheden die elkaar opzoeken, die verder kijken dan het traditionele ov en die samen durven kiezen voor een nieuw evenwicht tussen efficiëntie en maatschappelijke meerwaarde. De provincie speelt daarin de sleutelrol als aanjager, verbinder en ‘mogelijkmaker’.
Hij vat zijn wensen samen: “Laten provincies en vervoerregio’s een stap vooruit zetten om op korte termijn meer integraliteit in de publieke mobiliteitssector te realiseren, met als resultaat dat de reiziger publieke mobiliteit als één geheel ziet. Eigenlijk creëert u daarmee een soort MaaS, maar dat is vooral een commerciële oplossing waarbij u het met een app aan de reiziger zelf overlaat. Ik vind juist dat overheden – provincies, vervoerregio’s en gemeenten – samen voor een integraal vervoersysteem moeten zorgen.”
Meer artikelen met dit thema
“Investeer in ov als hefboom voor economische en ruimtelijke ontwikkeling”
8 aug om 10:25 uurDaan van Gent en Freek Lier, beide adviseur bij adviesbureau Decisio, maken zich zorgen over de manier waarop…
Het gebrek aan financiering: wie zitten er op de blaren? Een verkenning langs sociale klassen
18 jul om 09:52 uurHet kabinet heeft ingrijpende bezuinigingen op het openbaar vervoer aangekondigd. De gevolgen hiervan zijn …
Gemeenten bepalen zelf inzet boetegeld EBS
8 jul om 16:35 uurDe gemeenten in Zaanstreek-Waterland mogen zelf bepalen hoe zij boetegeld, opgelegd aan vervoerder EBS,…
Kwaliteit ov-knooppunten holt achteruit door financiële tekorten
7 jul om 10:38 uurNiet alleen de reizigers zullen de impact van bezuinigingen voelen — ook de kwaliteit van de ov-infrastructuur…
Eerste ‘Buitenpoort’ van Nederland bij station Bussum Zuid
24 jun om 09:22 uurOp 18 juni was de officiële opening van de eerste Buitenpoort in Nederland op station Bussum Zuid. Een…
KiM: bij flexvervoer is meer aandacht nodig voor de reiziger
10 jun om 11:23 uurDe invoering van flexvervoer leidt lang niet altijd tot betere bereikbaarheid. Dat blijkt uit het rapport '…
Ov-sector luidt noodklok tegen bezuinigingen
6 jun om 14:25 uurOp dinsdag 10 juni om 08.45 uur klinkt er in de regio’s Amsterdam en Rotterdam Den Haag een ongebruikelijk…
Westelijke entreetunnel Amsterdam CS na twee jaar hinder weer open
2 jun om 11:17 uurDe vernieuwde westelijke reizigerstunnel van Amsterdam Centraal is in gebruik genomen. Na bijna twee jaar van…