Van traditioneel ov naar integraal mobiliteitsbeleid

vrijdag 17 juni 2022

Het openbaar vervoer in Nederland dient opnieuw zijn plaats te verwerven in de hedendaagse mobiliteitsketen. In samenwerking willen Keypoint, inno-V en Moventem een belangrijke bijdrage leveren aan integraal mobiliteitsbeleid. Daarin wordt niet gekeken naar de (individuele) modaliteiten en systemen, maar naar gedrag en behoeften van reizigers. “Vanuit dat vertrekpunt kunnen we kijken naar de rol van ov daarbinnen.”

Patrick Duwel (Keypoint), Maarten van Setten (Moventem) en Eduard Röntgen (inno-V) kennen elkaar al jaren en kwamen elkaar regelmatig tegen. Het klikte tussen de drie bureaus. “We werkten bijvoorbeeld samen in opdrachten vanuit verschillende raamcontracten. Wij denken dat we samen een toegevoegde waarde hebben en een superinteressante bijdrage aan een integraal mobiliteitsbeleid kunnen doen”, aldus Duwel. 

Samen willen en kunnen de bureaus een bijdrage leveren aan meer integraal mobiliteitsbeleid. Waarin niet alleen wordt gekeken naar de (individuele) modaliteiten en systemen, maar ook naar de reizigersbehoeften en de rol van ov daarbinnen. Het ov staat niet meer op zichzelf, weet Duwel. “Er lopen veel trajecten op het gebied van deelmobiliteit, hubs enzovoort. Hoe past het ov hiertussen, hoe haakt de fiets aan?” 

De bureaus houden zich bezig met mobiliteit in het algemeen en het ov in het bijzonder. Ieder met een eigen specialisme. Zo is Keypoint goed op het snijvlak van mobiliteit, technologie en data. Inno-V weet veel van marktwerking, multimodaal reizen en heeft een uitgebreid internationaal netwerk. Moventem is gespecialiseerd in het gedrag, de mening en de wensen van reizigers. Binnen het ov spelen momenteel veel van dit soort thema’s, door de samenwerking op te zoeken denken de drie bureaus van grote meerwaarde te zijn door de integrale benadering die hierdoor ontstaat. 

De definitie van ov verandert 

De betekenis van ov is aan verandering onderhevig, ziet Röntgen. “Een vorm van ‘traditioneel’ ov blijft altijd nodig, met grote voertuigen op de belangrijkste verbindingen om de grootste groepen reizigers te blijven vervoeren. In aanvulling daarop kunnen andere vervoersystemen tegenwoordig prima onder de definitie ‘ov’ vallen, zoals autonome shuttles of diverse deelsystemen.” Voor de reiziger maakt het alleen niet zoveel uit: die wil gewoon van A naar B en het liefst zo snel, makkelijk en comfortabel mogelijk.  

Om tot beter ov te komen moet de manier van denken bij onder meer overheden veranderen. Het ov is slechts een van de modaliteiten in de totale schakel. In alle fases van de aanbestedingscyclus kan de samenwerking tussen Duwel, Röntgen en Van Setten daarbij helpen. Niet alleen met kennis over de feiten, het gedrag en de systemen, maar ook met een frisse blik over mobiliteit en de samenhang met bredere beleidsthema’s zoals klimaat, wonen en inclusie. 

In de voorbereiding op een aanbesteding zullen meer stakeholders in een vroeg stadium met elkaar om tafel moeten. “In plaats van te kijken wat wel en niet werkt, moeten we kijken wat reizigers willen”, vindt Van Setten. “Je moet in hun reisbehoeften voorzien in plaats van reisgedrag proberen te beïnvloeden. Bij het inrichten van de concessie moeten we ons afvragen: voor wie doen we dit? Dat is de reiziger. Dus moet je zo vroeg mogelijk in gesprek gaan met je (potentiële) doelgroep. Blijf dicht bij het dagelijks leven van de mensen waarvoor je beleid maakt en breng de motieven en drijfveren voor hun huidige gedrag in kaart. Gebruik die input als basis voor de invulling van integrale mobiliteit. Betrek niet alleen bestaande ov-reizigers, maar luister naar alle doelgroepen. Dan kom je ook terecht op het terrein waar belangen schuren: snelheid versus kosten, comfort versus klimaat. Maar vraag ook hoe we mobiliteit voor iedereen kunnen verbeteren, wat men daar zelf aan kan veranderen en wat daarvoor nodig is. Hierbij moeten keuzes worden gemaakt. Niet alles kan.”  

Ov-game 

Röntgen noemt Almere en Zaanstreek-Waterland als voorbeelden, waar vroegtijdig stakeholders werden betrokken bij de aanbesteding door middel van de ontwikkeling van een op maat gemaakte versie van het ‘inno-V ov-game’. Het game resulteerde in betrokkenheid en draagvlak en gaf de deelnemers meer begrip van de inhoudelijke dilemma’s die spelen rondom een aanbesteding. Duwel vult aan: “Het ov is traditioneel ingericht. We staan op een keerpunt naar nieuwe mobiliteitsconcessies, met elementen die aansluiten bij de reisbehoeften, zoals deelmobiliteit in plaats van buslijnen en routeringen die kunnen afhangen van reisbehoeften.”  

Bij het gunningstraject wordt het vervoersnetwerk doorgerekend, om zo tot een realistische kosteninschatting te komen van een voorgesteld netwerk of mogelijkheden voor ZE- of autonoom vervoer. Dat is de objectieve kant van het verhaal. Een idee zou ook kunnen zijn om een treetje hoger op de participatieladder te gaan: van meedenken naar meebeslissen. 

Tijdens de looptijd van de concessie kunnen reizigerspanels periodiek inzicht geven in de subjectieve beleving van de kwaliteit van het ov. Van Setten: “Dat is belangrijk, maar nog belangrijker is in onze optiek om te kijken naar de tevredenheid over (en wensen rondom) alle reismogelijkheden. Ov is per definitie een schakel in de ketenreis van A naar B. Met een meer integrale blik, kunnen kansen worden benut om het ov beter te verweven met andere modaliteiten.”  

Meer dan de som der delen 

De ervaring van Moventem met (online) reizigerspanels, Keypoint met (big) data en de (internationale) ov-kennis van inno-V kan worden gecombineerd. Die combinatie zorgt ervoor, dat informatie over de kwaliteit en de ov-beleving als onderdeel van de totale reis naar concrete oplossingen kan worden vertaald op een manier, die aansluit bij de opgaven die in een gebied liggen en het gedrag en wensen van de reizigers.  

Daarnaast is de objectivering van gebruikersstromen middels data-analyse van toegevoegde waarde, bijvoorbeeld op basis van gegevens van de OV-chipkaart. Maar ook andere vormen van data kunnen waardevol zijn. “Hierbij zoeken we naar het bewaken van de objectieve en de subjectieve kwaliteit van het ov. Door goed te kijken naar de (mis)match tussen feiten en perceptie wordt gaandeweg duidelijker hoe eisen vertaald kunnen worden naar kwaliteitsaspecten die voor de reiziger relevant zijn.”  

Dat kan betekenen dat het een en ander verandert in bijvoorbeeld de busroute, waarbij bedrijventerreinen of nieuwe woonwijken worden aangedaan en eventueel in combinatie met een deelfietsaanbod aan de rand van het bedrijventerrein. “Ov is maatwerk, je moet de behoeften in kaart brengen en daar je dienstverlening op aanpassen”, stelt Röntgen.  

Dat hoeft niet eens in een concessie vastgelegd te worden. Samenwerking met andere aanbieders of zelfs vrijwilligers behoort ook tot de mogelijkheden. Van Setten haalt een voorbeeld aan uit Zutphen: “Een burgerinitiatief organiseerde een stap-in-stap-uit-bus, die rijdt tussen verzorgingstehuizen, de wekelijkse markt en het winkelcentrum. De gemeente financiert het vanuit een potje tegen eenzaamheid. Zo blijkt dat goede mobiliteit uit veel meer bestaat dan alleen reizen.”

Uit onderzoek is gebleken dat als het OV minder dan 1½ maal de reistijd van het eigen vervoer heeft, de reiziger sneller voor het OV zal kiezen. In het stedelijk gebied is versnelling nauwelijks mogelijk, dus moet de tijdwinst worden gezocht in het interstedelijk verkeer. Met het tradionele spoor komen we niet verder dan ca. 300km/h en dan nog alleen tegen hele hoge kosten en ruimte problemen. Transrapid heeft bewezen sneller te kunnen en bovendien eenvoudiger in de hoogte en in tunnels te verwezenlijken. Weliswaar tegen hoge aanlegkosten, maar veel goedkoper in energie en onderhoud. Bovendien nieuw, zodat je vooraf Europese afspraken kunt maken, zodat er geen comptabiliteitsproblemen behoeven te ontstaan.

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.

Het ov is slechts een van de modaliteiten in de totale schakel en daarom moeten overheden anders gaan denken. © Keypoint