De huidige projecten rond elektrische bussen zijn veelal te bescheiden van schaal om in aanmerking te komen voor een gunstige financiering via de Europese Investeringsbank (EIB). Dat terwijl er miljarden te vergeven zijn.
Dat zei Zoltán Donáth van de EIB vandaag tijdens de Volvo Innovation Summit in Brussel. Volgens Donáth is er 40 miljard euro per jaar beschikbaar voor investeringen in het ov, waarvan 4 miljard voor stedelijk vervoer. De focus ligt daarbij op duurzaamheid. “Het probleem is echter dat veel steden en vervoerders huiverig zijn om grote projecten in te dienen. Ze willen elektrische bussen vaak graag eens op een lijn uitproberen, met een bus of tien. Daar heeft de EIB moeite mee”, aldus de Donáth.
De EIB kiest er vaker voor om met name tramprojecten te financieren. Tot grote frustratie van Volvo-topman Håkan Agnevall, die in het discussiepanel op de bijeenkomst zat. In de VS en China is er wel ruimte voor investeringen in kleinere projecten op het gebied van elektrische bussen, wierp de Zweed de Hongaar voor de voeten.
Donáth erkende dat daar een verschil in zat, maar merkte er wel bij op dat de Chinese overheid er vaak voor kiest om busfabrikanten rechtstreeks te subsidiëren. “Dat kunnen we in Europa natuurlijk niet doen.” Volgens hem moeten overheden die een aanvraag doen zich niet laten afschrikken door de hoge aanschafprijs van elektrische bussen, maar vooral kijken naar de total cost of ownership. Ook door andere vormen van financiering kan investeren voor de EIB interessant worden. Donáth gaf als voorbeeld dat de EIB investeert in ZETT, de leasemaatschappij die vier waterstofbussen levert aan Syntus in Gelderland.

- ‘Automatische trein vergt tijd en lef’ - 27 september 2018
- IC Berlijn: Ferleman verhoogt druk op DB - 19 september 2018
- Langste stedelijk verlengsnoer van R’dam - 20 juli 2018
- Aan de slag met ZE2025 - 19 juli 2018
- Analyse: Geld? Kan geregeld worden - 6 juli 2018