Vervoerregio’s maken bezwaar tegen bezuiniging op het ov

Melanie van der Horst, voorzitter Vervoerregio Amsterdam: “Dit is geen lichtzinnige beslissing geweest. Het maken van bezwaar is een zware maatregel die we liever niet inzetten. Maar we zien geen andere optie. Het Rijksgeld is er voor het goed uitvoeren van onze taken: het zorgen voor goed ov, zodat mensen kunnen komen waar ze moeten zijn. En die taken zijn niet veranderd. Dan valt deze bezuiniging niet te rechtvaardigen.”

Jan van Zanen, voorzitter Metropoolregio Rotterdam Den Haag: “De bezuiniging van 110 miljoen is terug te voeren op een administratieve fout. Het Rijk erkent dat ook maar trekt de bezuiniging vooralsnog niet in. Met desastreuze gevolgen voor de ov-reizigers. Voor die mensen nemen we het op. Tot 20% minder bussen en flinke prijsstijgingen op ritten met bus, tram en metro. Je moet het niet willen en wij willen het voorkomen.”

Onmisbare structurele uitkering

De bezuiniging van 110 miljoen is op de Brede doeluitkering (BDU). De vervoerregio’s zijn vrijwel volledig afhankelijk van de BDU voor de uitvoering van het openbaar vervoerbeleid. Dat betekent onvermijdelijk dat beide vervoerregio’s hun taken niet meer volledig kunnen uitvoeren. Het gaat volgends de vervoerregio's over iets essentieels: het opdrachtgeverschap van het openbaar vervoer per bus, tram en metro en het financieren van onderhoud van railinfrastructuur en de verbeteringen in de regionale infrastructuur voor ov, fiets en (vracht)auto. Kortom: het zorgen voor goede verbindingen tussen bestemmingen, zodat mensen zich snel, veilig en comfortabel kunnen verplaatsen. In het hoofdlijnenakkoord van Kabinet Schoof 1 stond dat alle specifieke uitkeringen (SPUK’s) werden overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds. Daardoor zou er meer efficiëntie zijn en dus kon op alle bedragen van de SPUK’s 10% bezuinigd worden. Maar de BDU is géén projectgerichte SPUK, maar een structurele, onmisbare uitkering waarmee vervoerregio’s hun wettelijke taken uitvoeren.

Onbehoorlijk bestuur

De vervoerregio's stellen dat het Rijk heeft de bezuiniging heeft opgelegd zonder er tijdig over te praten met de vervoerregio’s en zonder compensatie of aanpassing van het takenpakket. De Vervoerregio’s beargumenteren dan ook in hun bezwaar dat de bezuiniging in strijd is met het beginsel van behoorlijk bestuur, waaronder het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Het indienen van het bezwaarschrift geeft de mogelijkheid om in de toekomst juridische vervolgstappen te ondernemen. Andere voorbeelden van eenzijdige bezuinigingen die het Rijk heeft gedaan, zoals bij de jeugdzorg, zijn in het verleden succesvol aangevochten door organisaties.