Amsterdams ov is duur in de wereld

Zowel de prijs van een los kaartje als van een maandabonnement is hoog in Amsterdam. De afgelopen maanden deed het Amsterdamse adviesbureau Simon-Kucher & Partners onderzoek naar de kenmerken van ov-netwerken in 15 wereldsteden: Amsterdam, Berlijn, Dubai, Londen, Madrid, Milaan, New York, Parijs, Santiago de Chile, Sao Paulo, Singapore, Sydney, Tokio, Warschau en Zürich.

Het onderzoek laat zien dat de prijs van een los ov-kaartje in Amsterdam (zonder OV-chipkaart) van de 15 onderzochte steden het hoogst is. Met € 2,80 is dat kaartje fors duurder dan in Madrid, Milaan en Parijs, waar losse kaartjes tussen de € 1,50 en € 1,70 kosten. Met een prijs van 89 euro heeft Amsterdam, na Londen, ook het duurste maandabonnement van de onderzochte steden.

Voor iemand die 20 dagen per maand werkt, is de prijs voor een maandabonnement ongeveer € 4,50 per dag. “Dit zorgt ervoor dat abonnementen in Amsterdam maar voor een beperkte groep mensen van toegevoegde waarde zijn”, zegt Jonathan van Spijker Baan, senior consultant bij Simon-Kucher. “Amsterdam zou baat hebben bij meerdere abonnementsvormen.”

Voor houders van de OV-chipkaart is de prijs iets voordeliger. Doordat de prijs afhankelijk is van de lengte van de rit is Amsterdam relatief goedkoop op korte afstanden.

Terwijl Amsterdam in absolute termen als de duurste bestempeld kan worden, is dit afgezet tegenover het inkomen van inwoners niet het geval. Zo zou een gemiddeld huishouden van vier personen in Amsterdam 267 euro aan het ov kwijt zijn, wat neerkomt op 5,5 procent van het inkomen. In New York is dat percentage 6,1 procent en in Londen zelfs 8,2 procent.

De consultants van Simon-Kucher onderzochten drie aspecten van het ov in de 15 steden: het ov-aanbod (trams, bussen, metro), tarifering en de klantervaring. Over het ov-aanbod en klantervaring publiceert het bureau later resultaten.