Na zeven jaar alsnog Ertms-proef op traject Amsterdam–Utrecht

De nieuwe Sprinters zijn voorbereid op ERTMS. NS maakt gebruik van de optie om tien nieuwe Sprinters te voorzien van cabinesignalering. Ook leidt het bedrijf 400 machinisten op voor ERTMS. Zij zien dan op een scherm in hun cabine hoe snel ze mogen rijden.

De maximum snelheid van de tien aangepaste Sprinters op Amsterdam–Utrecht stijgt tijdens de proef van 140 naar 160 kilometer per uur. Eerst gebeurt dat ’s nachts. En als ERTMS stabiel is, ook overdag. De infrastructuur van Amsterdam–Utrecht is geschikt voor 200 kilometer per uur.

Aanvankelijk zou ERTMS – op dit traject aangelegd door Bombardier – van augustus 2005 tot mei 2006 worden beproefd op de twee nog niet in dienst gestelde oostelijke sporen tussen Breukelen en Utrecht. Vanwege technische problemen is dat niet doorgegaan.

Het was de bedoeling dat de seinen langs het traject met een verticale rij witte lampen zouden aangeven dat ze niet gelden voor treinen voorzien van ERTMS. Die treinen zouden dan in kortere blokken kunnen rijden, dus dichter achter elkaar. Daarmee neemt de capaciteit toe.In 2008 is besloten dat alle seinen op Amsterdam–Utrecht gewoon blijven zoals ze zijn en ERTMS ze alleen aanvult. “De seinen blijven leidend”, zegt programmamanager Kalshoven van NS.

De tien aangepaste Sprinters kunnen vanaf komende zomer dus 20 kilometer per uur sneller rijden, maar niet dichter achter elkaar. NS stelt als voorwaarde aan de proef dat de dubbele signalering (langs de baan en in de cabine) ‘geen merkbare nadelen’ oplevert.